Bepaalde genetische eigenschappen van de patient houden verband met de ernst van parodontitis. Genetische informatie kan deel uitmaken van de diagnose en mogelijk de gevoeligheid van een patiënt voor parodontitis verklaren.
De 3 genen die onderzocht worden behoren tot de familie van de Interleukine 1 (IL-1) genen: IL-1A, IL-1B en IL-1RN. Er zijn testen beschikbaar op genetische eigenschappen voor parodontitis, echter deze analyseren slechts de variaties binnen de IL-1A en IL-1B genen.
LabOral Diagnostics biedt een Parodontitis Genotype Test (PGT) waarbij de variaties binnen de drie genoemde Interleukine 1 genen worden geanalyseerd. Deze genetische informatie is vooral bruikbaar in combinatie met microbiologische gegevens van de subgingivale plaque.
Genetische informatie kan deel uitmaken van de diagnose en mogelijk de gevoeligheid van een patiënt voor parodontitis verklaren. Genotype-positieve patiënten hebben wellicht een agressievere aanpak nodig qua chirurgie in de actieve parodontale behandelingsfase en daarnaast een grotere nazorgfrequentie voor een blijvend stabiele parodontale situatie.
Elke uitslag wordt voorzien van een interpretatie van de gegevens en een advies voor mogelijke behandeling.
Naar aanleiding van het genetisch onderzoek wordt bepaald welk genotype de patiënt heeft. Op basis van deze informatie kan tijdens de initiële parodontale behandelingsfase besloten worden om sneller over te gaan naar agressievere parodontale chirurgie om de bacteriële belasting zo laag mogelijk te houden. In de nazorgfase kan het onder andere betekenen dat de patiënt frequenter in de nazorg komt en gebruik gaat maken van ondersteunende mondspoelmiddelen zoals PerioAid Active Control.